Chelsea-supporters die ’s nachts in de rij staan voor een kaartje voor een vriendschappelijke wedstrijd. Dezelfde taferelen in Glasgow, met uiteindelijk honderdduizend man op de tribunes van een uitpuilend Ibrox Park. En dat tegen een team dat niemand ooit had zien spelen en waarvan niemand de spelers kende: Dinamo Moskou.
Het was in het najaar van 1945. Na jaren van ‘oorlogsdroogte’ smachtte de Britse voetbalsupporter naar weer eens iets bijzonders. En met het Moskouse Dinamo werd hij op zijn wenken bediend. Vanaf het moment dat de tour van de Russen werd aangekondigd tot aan hun vertrek, stonden de sportpagina’s er vol van. En was de toon aanvankelijk wat meewarig geweest (konden die Sovjets eigenlijk wel voetballen?), na afloop was bijna iedereen het er over eens: de Engelsen hadden voetballes gekregen.
Een verslaggever maakt er terloops melding van: de Russen speelden zonder rugnummers. Het was illustratief voor hun ‘vrije’ stijl. Waren de Engelse spelers nog min of meer gebonden aan hun positie op het veld – gesymboliseerd door hun rugnummer – de Russen doken overal op en brachten hun tegenstanders daarmee – en ook door hun opvallende fitheid – flink in de problemen.
De sfeer in november 1945 was aanvankelijk ijzig geweest. Tot op het laatste moment was niet duidelijk op welke dag Dinamo zou arriveren. De FA, de Engelse voetbalbond, voelde er niks voor om op goed geluk hotelkamers te reserveren, en toen de Sovjetdelegatie uiteindelijk was geland – op welk vliegveld bleef ook lang onzeker – was, tot ergernis van de Russen, een Spartaanse legerkazerne voor die nacht nog de enige optie.
Bij de eerste officiële ontmoeting zorgden de Russen voor verbazing door veertien eisen op tafel te leggen. Zo wilden ze alleen tegen clubteams spelen, op een dag dat er normaal ook gevoetbald werd in Engeland, wilden ze eerst hun tegenstander in actie kunnen zien en moest een lijst met de spelers van de clubs daags van tevoren beschikbaar zijn. Dat de FA niet bij machte was om op korte termijn het speelschema van de competitie aan te passen, kon er bij de Russen niet in. Uiteindelijk rolden er vier wedstrijden uit: tegen Chelsea, Cardiff City, Arsenal en Glasgow Rangers.
Bij de eerste training op Stamford Bridge verlangden de Russen meer dan de vijf ballen die beschikbaar waren. Ze wilden er één per speler – een lastig verzoek, ballen waren in het naoorlogse Engeland schaars, doordat de invoer van rubber (voor de binnenbal) nog niet op gang was gekomen. Ze namen genoegen met de belofte dat er de volgende dag extra ballen geleend zouden worden van Fulham.
Met maar liefst 85.000 toeschouwers was Stamford Bridge op de dag van de wedstrijd letterlijk overvol. Bij 75.000 toeschouwers waren de hekken dichtgegaan, duizenden supporters klommen nog over de hekken en velen van hen belandden op de hondenrenbaan, rondom het veld.
De Dinamo-spelers (die de Chelsea-spelers flink in verlegenheid brachten door elk een boeket bloemen te overhandigen) toonden zich niet onder de indruk. Vanaf de eerste seconde was duidelijk dat ze bepaald niet de minderen waren van Chelsea – dat wel verzwakt was doordat enkele basisspelers nog onder de wapenen waren. Het kick-and-rush van de Engelsen stak bleekjes af bij het verzorgde Russische spel, waarbij met korte passes steeds een medespeler werd gevonden. Het duel eindigde in 3-3, waarmee Chelsea – daar waren vriend en vijand het over eens – goed was weggekomen.
Nadat Dinamo het bescheiden Cardiff City met 10-1 had verslagen, stond Arsenal op het programma. Op de dag van de wedstrijd was White Hart Lane (Arsenals eigen Highbury was na de oorlog nog niet beschikbaar) gehuld in mist. Lang niet alles was even goed te zien geweest, wat een gekleurde berichtgeving over de wedstrijd een stuk makkelijker maakte. De Russen zouden een tijdje met twaalf man hebben gespeeld en de scheidsrechter (op verzoek van Dinamo dit keer een Rus) had zich met allerlei mistige beslissingen moeiteloos gevoegd naar het weer. De wedstrijd liep uit op een onvriendelijk gevecht, met na afloop verwijten over en weer. De Engelsen tackelden te hard, de Russen hingen te veel aan shirtjes. Dat Arsenal zich had versterkt met gastspelers (onder hen - niet de minste – Stanley Matthews), stemde Dinamo niet milder. In feite, stelden ze, hebben we tegen een vertegenwoordigend elftal gespeeld. (Overigens telde Dinamo zelf topspits Vsevolod Bobrov in de gelederen, die verdacht kort voor de Britse tour nog voor CSKA Moskou had gespeeld.)
Het werd op White Hart Lane – met twee treffers van Bobrov – 4-3 voor Dinamo. Dat de laatste wedstrijd op Britse bodem tegen Glasgow Rangers eindigde in 2-2 en dat dit keer de Russen goed waren weggekomen, deed weinig af aan het eindoordeel van de Engelse voetbalkenners: de Russen hadden verrast met uitstekend spel en misschien werd het eens tijd om het eigen isolement op te geven en open te staan voor invloeden van buitenaf. Hoewel dat nergens duidelijk werd gezegd, zal de confrontatie met het Russische voetbal bijgedragen hebben aan het Engelse besluit van 1946 om lid te worden van de wereldvoetbalbond FIFA.
In Rusland liepen de reacties op de prestaties van Dinamo Moskou uiteraard over van enthousiasme. Na de wedstrijd tegen Arsenal riep Radio Moskou uit: “We zijn het tweede vaderland van het voetbal geworden, na een gelijkspel tegen Chelsea, een briljante overwinning op Cardiff en nu met een overwinning op een nationale ploeg van Engelse profs.”
(Ontleend aan: David Downing – Passovotchka. Moscow Dynamo in Britain, 1945.)
Chelsea - Dinamo Moskou:
Cardiff City - Arsenal:
Arsenal - Dinamo Moskou:
Glasgow Rangers - Dinamo Moskou: